‘Vernietigingskampen opgraven, moet ik dit gaan doen?’

Op een tot dusver gewone maandag reisde ik naar Leiden, om precies te zijn naar het kantoor van RAAP. RAAP is een archeologisch adviesbureau. Wat heeft dit met mijn blog te maken? Heel veel! Ik ontmoette daar een hele bijzondere man, al zou hij het niet over zichzelf zeggen: Ivar Schute, archeoloog bij RAAP. Hij is de laatste maanden veel in de media geweest, omdat hij bij het team zat dat de gaskamers van het vernietigingskamp Sobibor terugvond.

Ontmoeting
Ik maakte voor het eerst kennis met Ivar Schute via een aflevering van de Reünie. Daar vertelde hij over hoe hij de gaskamers van Sobibor ontdekte, hoe het kamp in elkaar zat en over zijn gevoelens. De rillingen liepen over mijn rug toen ik de aflevering keek. 200.000 mensen, zoals wij, liggen daar in een massagraf. ‘Er is hier maar één gebouw van steen’, aldus Ivar Schute. Dat waren dus de gaskamers.

Het was dus geen gewone maandag: ik had een afspraak met hem. De zenuwen gierden door mijn lijf. ‘Ik zal toch niet blokkeren?’ Dat gebeurde gelukkig niet, maar ik kwam al heel snel tot de conclusie dat het echt een bijzondere man is.

Archeologie
Al heel vroeg wist Ivar Schute dat hij archeoloog wilde worden. ‘Het zat er al in als klein jongetje. Ik vond het leuk om dingen te zoeken. Vanaf zeven jaar wist hij zeker dat hij archeoloog wilde worden. Dat de archeologie en de Tweede Wereldoorlog ooit bij elkaar zouden komen, had hij niet verwacht. ‘Ik ben wel archeoloog, maar ik houd mij met alles bezig. De plekken die wij onderzoeken worden bepaald door bouwwerkzaamheden, om het eenvoudig te zeggen.’

Toch stond de Tweede Wereldoorlog niet ver van Ivar Schute af. Hij had geen joodse familie, maar wel een zwaar oorlogsverhaal. Zijn opa heeft daar een boek over geschreven: Oorlog en herstel in Limburg. ‘Dit was ook zijn manier om alles wat hij had meegemaakt te verwerken.’ De moeder van Ivar Schute was ook zwaar getraumatiseerd. ‘Het heeft dus een enorm effect op mijn leven gehad.’

Overblijfselen Tweede Wereldoorlog
Voor zijn werk kwam Schute terecht op de Grebbeberg, het bekende Nederlandse slagveld. Zo raakte zijn werk verbonden met de Tweede Wereldoorlog. Daar heeft hij serieus onderzoek naar gedaan en daar is hij mee doorgegaan. In die tijd speelde in Nederland ook de herinrichting van de kampen Amersfoort en Westerbork. Daar raakte Schute ook bij betrokken. Mede door zijn betrokkenheid van de hierboven genoemde kampen raakte Ivar Schute bekend in het internationale lezingencircuit. Hij kwam toen in aanraking met een Britse archeologe Caroline Sturdy Colls die veldwerk wilde gaan doen in Treblinka. ‘Deze vrouw is nogal een doorzetster, heel jong, maar een vrouw met een missie.’

Toen Ivar Schute veldonderzoek deed in Treblinka liepen er ondertussen ook al lijntjes met Sobibor. Sobibor is een internationaal project, waar ook al veel Nederlands geld in is gestoken. Er zou een herinneringscentrum in Sobibor komen. Vandaar dat er eerst veldonderzoek gedaan moest worden. Vanuit Nederland is Ivar Schute toegevoegd aan het team van archeologen die bestond uit de volgende landen: Nederland, Slowakije, Polen en Israël. Ten slotte ging Schute ook nog onderzoek doen in Bergen-Belsen. ‘Nou, nu heb je mijn hele kampervaring.’

‘Deze projecten zijn waanzinnig moeilijk.’ Dit komt omdat er niet alleen enorme politieke druk op zit, maar ook religieuze, sociale en emotionele. Daarnaast treden er ook allerlei problemen op in de samenwerking tussen landen. Door de verschillende culturen krijg je vaak misverstanden.’ Je moet dus weten waar je aan begint en je moet zeer sterk in je schoenen staan. Je zit er met je handen in.’ Even was het stil en toen zei Ivar Schute dat dit werk je leven voorgoed verandert.

Twijfelen en praten
Ondanks dat dit werk ontzettend zwaar is, heeft Ivar Schute nooit getwijfeld of hij dit wel aankon. ‘Ik heb mezelf wel gedwongen om even pas op de plaats te maken. Dat was dus voor Treblinka. Toen heb ik echt gedacht: ‘Vernietigingskampen opgraven, moet ik dit wel doen?’ Het was weer even stil en toen zei Ivar Schute een zin en toen liepen de rillingen over mijn rug. ‘Deze plekken waren het eindstation, hier werden mensen echt gedood.’

Praten over zijn werk doet hij wel in zijn privékring en als hij hulp nodig heeft zou hij die zoeken. ‘Je grenzen kennen is echt belangrijk, anders moet je dit werk niet doen.’  Daarnaast is de eerste keer in een vernietigingskamp veel indrukwekkender, dan als je er maandenlang werkt in het kamp. Dit komt omdat er dan een knop omgaat. Dit is geen rationeel besluit, dat gebeurt! Maar je kan niet voorkomen dat er sommige emoties wel naar boven komen op een onverwacht moment.

Kampen in Nederland
In het artikel Vogelvrij erfgoed? De archeologische waarde van WOII-kampterreinen geschreven door Ivar Schute zelf, benadrukt hij dat er 65 kampen in Nederland zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. ‘Het ligt er wel aan hoe je het definieert.’ Buiten die 65 kampen had je ook nog andere kampen, zoals de Nederlandse arbeidersdienst. Als je de definitie: ‘Mensen onder dwang te werk gesteld’ hanteert, dan heb je 65 kampen. ‘Een verbijsterend aantal.’

Naar deze 65 kampen gaat Ivar Schute onderzoek doen, althans dat is zijn intentie. Op dit moment is hij er druk mee bezig. Een aantal proefonderzoeken heeft hij al gedaan en er zijn best wel onthutsende resultaten. ‘Wat ik ook op jouw blog terug las, was dat er vaak niets meer is overgebleven van de kampen, bijvoorbeeld Kamp Schoorl, maar als archeoloog kijk ik daar heel anders naar.’ Het verschil tussen deze twee zienswijze is het bodemarchief. ‘Er zit nog heel veel in de grond. We praten wel over terreinen die samenhangen met de holocaust.’
De joodse werkkampen waren een soort voorportaal van Westerbork en die mannen die daar zaten zijn ook allemaal geëindigd in de gaskamers van Auschwitz of Sobibor, op een enkeling na.

‘Holocaust is wat mij betreft een historisch gegeven. Ik ben helemaal niet bezig om bewijs te verzamelen, ik ben bezig om die vondsten veilig te stellen.’

Het besef
Hoe kan het dat er zo weinig lokaal besef is van de gruwelijke kampen in Nederland? Volgens Schute heeft dat alles te maken met hoe wij als maatschappij naar die periode kijken: het verleden, het hele moeilijke verleden. Kort na de oorlog was men er gewoon niet klaar voor. Wat men in Nederland wilde, was niet wachten op zielige verhalen uit het Oosten, maar de zaken weer opbouwen. De kampen werden afgebroken, daar werd zelfs voor gepleit. Er zat ook een schaamte achter, Nederland had veel collaborateurs. Onze herdenkingscultuur is vandaar ook heel erg gericht op verzetsstrijders.

Hoe de maatschappij ermee omgaat evolueert steeds. Dat heeft er toe geleid dat in 1971 de laatste barakken in Kamp Westerbork werden afgebroken, maar dat anno 2014 de eerste barak is teruggeplaatst in Westerbork. ‘Het heeft iets krankzinnig.’ En hoe verklaar je dat? Het heeft te maken met een bepaalde afstand. Na een tijdje heb je een bepaalde afstand in de emotionele verbondenheid met degelijke gebeurtenissen. Er komen meer vragen uit de nieuwe generatie: ‘Hoe zit dat dan?’ In deze fase zitten we nu. Het is niets voor niets dat we de kampen herinrichten. Die herinrichting richt zich ook op een ander manier op het verhaal van vertellen. Ze zijn ook allemaal bezig om hun terrein te transformeren in iets, dat recht doet aan de vragen die we stellen aan het erfgoed.

Stille getuigen
In de aflevering van de Reünie had Ivar Schute het over stille getuigen die de menselijke proportie bijstellen. Wat bedoelde hij er mee? ‘Jij kan je voorstellen dat als je een identiteitsplaatje hebt of een ander voorwerp, verzin het maar, dat als je een foto hebt van die persoon van de spullen of nabestaanden die nog een herinnering aan die persoon heeft, het beter kan begrijpen wat er eigenlijk gebeurd is.’ Abstracte getallen zijn te moeilijk om te begrijpen, omdat wij de oorlog niet hebben meegemaakt. ‘Dat is ook ‘het succes’ van Anne Frank, dat het verhaal verteld wordt door één persoon, dan is het gemakkelijker om een connectie te maken.

Deskundig
‘Ik voel mij niet een deskundige van de Tweede Wereldoorlog qua archeologisch onderzoek. Ik doe ook maar gewoon mijn werk. Ik ben eigenlijk als het om deze materie gaat helemaal niet zo deskundig. Het is dat ik al het veldwerk heb meegemaakt. Het is meer dat ik over het technische aspect kan vertellen. De belangrijkste eigenschap voor dit werk is dat je een dikke huid moet hebben, en dat heb ik.’

‘Er zit een keerzijde aan de media-aandacht. Natuurlijk is het strelend om vaak in de pers voor te komen. Maar als je mijn naam intikt kom je ook veel foute sites tegen. Bijvoorbeeld de holocaust-ontkenners. Ik snap die mensen niet en er valt ook niet zoveel aan te begrijpen. Ik ga daarom ook niet met deze mensen in discussie. Het maakt niet uit wat je ervan vindt. ‘

Plaats een reactie